Cursus huwelijksvermogensrecht
4PO Punten - Juridisch - Familierecht

Cursus huwelijksvermogensrecht

Deze actualiteitencursus bestrijkt alle relevante onderdelen van het huwelijksvermogensrecht, dus de titels 1.6, 1.7 en 1.8 BW, die ook van toepassing zijn op het geregistreerd partnerschap. Waar nodig worden verbindingen gelegd met het algemene vermogensrecht.

De recentste ontwikkelingen in de rechtspraak van de Hoge Raad en de wetgeving worden behandeld. Uiteraard staat, wat de wetgeving betreft, nog steeds de op 1 januari 2018 in werking getreden Wet beperking omvang wettelijke gemeenschap van goederen centraal.

In het bijzonder komen de volgende onderdelen van deze wet aan de orde:

- de voorhuwelijkse eenvoudige gemeenschap valt merkwaardigerwijs in de beperkte huwelijksgemeenschap, dit in afwijking van de hoofdregel van de wet, die inhoudt dat niet alleen erfrechtelijke verkrijgingen en giften, maar ook aanbrengsten ten huwelijk privé blijven op grond van art. 1:94 lid 2 BW;

- de rechtspositie van de echtgenoot-ondernemer, de gerechtigdheid tot het ondernemingsvermogen en de redelijke vergoeding op grond van art. 1:95a BW;

- de verhaalsaansprakelijkheid of uitwinbaarheid van goederen die tot de huwelijksgemeenschap behoren, ter zake van een privéschuld van een echtgenoot en de verdeling van de executieopbrengst tussen de schuldeiser en de echtgenoot/niet-schuldenaar op grond van art. 1:96 lid 3 BW;

- de reminiscentie aan de in 2012 afgeschafte gemeenschap van winst en verlies op grond van de draagplichtregel van art. 1:100 lid 2 BW;

- de wijziging van art. 61 Fw op grond van art. II van de Wet beperking omvang wettelijke gemeenschap van goederen en de drie overgangsbepalingen op grond van art. IV van deze wet.